Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

Eusebius

betekenis & definitie

Eusebius - van Caesarea, bijgenaamd Pamphili,d.i. vriend van Pamphilus. de vader der Chr.kerkgeschiedenis, als theoloog een geleerde vanbeteekcnis. gevormd door de studie van Origenes,een voorstander van het Semi-arianisme, geb.waarsch. in Palaestina omstreeks 270, werd 314bisschop van Ceasarea in Palaestina en stierftusschen 337 en 340 Hij. als geleerde reedshoogvereerd, was op het concilie van Nicea (325),de voornaamste der Origenistische partij, eenmiddelrichting tusschen de Arianen en de Atha-nasianen. Bovendien was hij een gunsteling vanKeizer Constantijn. Hij kon echter door zijn be-middeling de aanneming van het Nicaenum niettegenhouden, maar legde zich toch woordelijkdaarbij neder Later kwam hij daardoor alsSemi-ariaan bij de orthodoxen in verdenking,hetgeen aanleiding gaf, dat sommige zijner wer-ken tegengestaan werden en al vroeg verlorengingen. Zijn voornaamste werk, zijnekerkgeschie-denis, geschreven tusschen 324 en 326, behandeltin 10 boeken de ontwikkeling van het Christen-dom van zijn oorsprong tot 324 op grond van eenveel omvattende studie der bronnen, die hij metijver en met zooveel kritiek als zijn theologie enzijn tijd zulks toelieten, beschreef.

Er zijn ver-schillende uitgaven en onderscheidenevertalingenvan geleverd, terwijl het in menig opzicht eenbron van beteekenis is. — Vermelding verdientook zijn: Praeparatio evangelica, een bestrijdingvan het heidendom in 15 boeken met talrijkeuittreksels uit de geschriften der Grieksche philo-sophen; Vila Constantini, een levensbeschrijvingvan Keizer Constantijn, waarin hij dezen zeerprijst; geschrift over de martelaars van Palaesti-na, waarin hij de vervolging onder Diocletianus,die hij zelf beleefd heeft, schildert. Vele anderewerken heeft hij geschreven van apologetischen,dogmatischen of exegetischen aard, die deelsverloren gegaan zijn. De eenige volledige uitgavevan al zijn geschriften en fragmenten zijn uitge-geven door Migne (6 dln, Parijs 1856—’57; vangeringe kritische waarde. De bibliotheken teJeruzalem en te Caesarea stonden ter zijner be-schikking, terwijl hij ook gebruik maakte van derijksarchieven.

< >