Etiquette - (Fr.)
1) opschrift, briefje, dat op doozen, flesschen, potten, portefeuilles, enz. gehecht wordt en den inhoud of de bestemming daarvan aanwijst. In dezen zin schrijft men in ’t Ned. „etiket”.
2) ceremoniëel, bepaalde gebruiken aan het hof of in de hooge wereld, waarbij rang en stand in aanmerking genomen worden; en eindelijk: beleefdheidsvormen in het algemeen.
Beide beteekenissen ontwikkelden zich uit het oudfr. „estiquette”, ook „estiquet”, later „étiquette” en „étiquet”, een afleiding van het Oudfr. w.w. „estiquer” (Ned. „steken”, Hgd. „stechen”). Oorspronkelijk was een „estiquette” een staak, waaraan de visscher zijn vierkant net vastmaakt, en ook het net zelf. Verder werd het woord gebruikt om bordjes, opschriften, briefjes, biljetten en dergelijke met inhoudsopgaven aan te duiden; zoo kreeg in de rechtstaal het woord o.a. de beteekenis van: getuigenlijst, biljet waarop in geval van in beslag genomen erfenissen de gerechtsdienaar de namen der rechthebbenden enz. vermeldde, waaruit zich in de hoftaal de tweede beteekenis kon ontwikkelen.