Erckmann-Chatrian - Een samenwerking, die eerst heel aan het einde van hun loopbaan verbroken werd, heeft deze beide romanschrijvers als het ware tot één persoonlijkheid vereenigd. De een, Emile Erckmann, werd geb. te Phalsburg (Elzas) in 1822, de ander, Alexandre Chatrian, te Soldatenthal, in de buurt van Phalsburg, in 1826. Zij maakten kennis met elkaar in 1847, zetten zich samen aan het werk, en bereikten hun eerste succes, twaalf jaar later,met l’Illustre docteur Mathéus (1859). Na dezen roman verschenen talrijke andere werken, waarvan de voornaamste hier genoemd worden: Contes des bords du Rhin, les Contes populaires, l'Ami Fritz (1864), later ook voor het tooneel bewerkt, le Fou Yégof, Madame Thérèse (1863), Histoire d’un Conscrit de 1813, Waterloo, Histoire d’un homme du peuple, Les Deux frères, voor het tooneel bewerkt onder den titel les Rantzau en Histoire d’un sous-maître.
De Ital. componist Mascagni heeft het onderwerp voor twee opera’s ontleend aan l’Ami Fritz en les Rantzau. Chatrian overleed te Villemomble, bij Parijs, in 1890 , Erckman te Lunéville, in 1899. Hun werken onderscheiden zich door een eenvoudigen, gemoedelijken, ook vaak schilderachtigen verhaaltrant. Hun historische romans worden gekenmerkt door een echt democratischen geest, door een groote liefde voor vrijheid en vooruitgang. Men heeft E.-Ch. verweten door hun werken het nationaal gevoel te verzwakken, omdat zij stelselmatig tegen den oorlog gericht zijn. Sainte-Beuve heeft hun romans eens „l’Iliade de la peur” genoemd.