Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Entwas

betekenis & definitie

Entwas - wordt bij het enten van planten gebruikt om de wonden af te sluiten en beschadiging door uitdrogen, besmetting of vocht te voorkomen. Men onderscheidt gewone en koud-vloeibare entwas. De boomkweekers bereiden veelal zelf de entwas en zoo bestaan er velerlei voorschriften, die echter, wat den aard der bestanddeelen betreft, niet veel verschillen. Een goed recept is het volgende: men smelt, onder gestadig omroeren boven een zacht vuurtje in 0.05 L. raapolie 1 K.G. schapenvet en daarna 1 K.G. dennenhars.

Als dit alles goed gesmolten en vermengd is, giet men dit mengsel in een bakje of teil met lauw water en trekt en kneedt het nu onder water, zóó lang, als de weekheid dit toelaat; dan maakt men er ballen van, die op een koele plaats lang bewaard kunnen worden. Om bij dit kneden het vastkleven aan de handen te verhinderen, wrijft men deze met olie in; evenzoo handelt men met den binnenwand van bakje of teil, vóórdat er het lauwe water in wordt gedaan. Bij het gebruik wordt deze entwas in een pan zacht vloeibaar gemaakt en met een kwastje op de wonden gestreken. In den handel zijn entpannen verkrijgbaar, bij welke door een spiritusvlam een bakje met water wordt verwarmd, waarin het bakje met entwas hangt, zoodat hier spoedige afkoeling en te sterke verhitting worden voorkomen. Koud-vloeibare entwas bereidt men door het smelten en vermengen van 0.1 K.G. gele was en 0.7 K. G. dennenhars, waarbij voorzichtig, na eenige afkoeling, 0.1 K.G. spiritus wordt gemengd. Deze was blijft alleen vloeibaar tot de spiritus vervluchtigd is; men moet ze dus goed afgesloten bewaren. Ook kan de spiritus, bij minder goede qualiteit, wel schadelijk inwerken, zoodat in het algemeen de gewone entwas verkieslijker is.

< >