Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Elbczandsteen gebergte

betekenis & definitie

Elbczandsteen gebergte - Saksisch Zwitserland, Sächsische Schweiz, aan weerszijden van de Elbe, waar ze van uit Bohemen in Saksen komt. Het is een voortzetting van het Ertsgeb. en heeft eveneens een steile Z.en een langzaam afloopenden helling. Ten opzichte van het Ertsgeb. is het echter een verzakking, zoodat de zandsteen (uit het boven krijttijdvak) behouden bleef, die van het Ertsg. reeds lang is weggewasschen. Uitslijping door het water heeft het tot een echt, vaak grillig (erosie-) gebergte gemaakt met loodrechte canonachtige dalen.

De deelen der oude hoogvlakte tusschen deze dalen van Elbe en zij-rivieren noemt men eigenaardig „effenheden” en zijn weer van tafelbergen, steenen genoemd (Lilienstein (416 M.), Königstoin (360), Pfaffenstein(248), Groszer Zschimstien (561) voorzien, die loodrecht oprijzen, met bovenvlakken, die weer in eenzelfde vlak liggen, zoodat deze „steenen”de overblijfselen van een vroegere hoogvlakte voorstellen. De vreemdelingen komen echter minder om deze grootsche vormen te bewonderen hoe schoon ze ook zijn. Hen trekken de tallooze kleinere, die het water aan de steile dalwanden (Bastei a/d rechter Elbeoever) gemaakt heeft. Schoorsteenachtige kloven grijpen in de wanden en verdeelen ze vaak in enkele rotsen, die nu eens als breede muren, dan weer als torens of zuilen oprijzen en vaak in de zonderlingste vormen eindigen. De wanden zelf zijn bovendien nog tot in ’t kleinste uitgeknaagd; als in platen gesneden of vol gaten; als een zeef, als een honigraat.

Behalve de „steenen” rijzen uit de „effenheden” ook koepels en lange ruggen. Het zijn vulkanische stoffen (bazalt, phonolith), die door den zandsteen heen drongen en tengevolge der groote hardheid moeilijk verweeren en dus blijven steken. — Waar op de „effenheden” diluvium is neergelegd, treft men akkerbouw en dorpen aan. Komt de zandsteenechter voor den dag, dan ’ verschijnen naaldwouden; in de nabijheid der bazalten soms beuken. In de dalen is (door den waterrijkdom, ’t blijven hangen van den waterdamp, bescherming zoowel tegen kouden wind, als tegen verzengde zonnestralen) een welige plantengroei.Werd oorspronkelijk het gebergte door het verkeer gemeden, het verheugt zich tegenwoordig niet alleen in druk, winstgevend vreemdelingbezoek, maar tevens in levendig verkeer; ook op de Elbe, daar de vroeger gevreesde stroomversnellingen sinds lang zijn verdwenen.

< >