Eenheidsfort - fort, waarin een groot deel van het geschut is geconcentreerd en wel het geschut voor het vuur, om de vijandelijke legers reeds op groote afstanden te bevuren; het geschut voor den strijd met de aanvallende artillerie en de vuurmonden voor de nabijverdediging en voor het bestrijken van de tusschenliniën tusschen de forten (groot-flankement). Door deze talrijke geschutopstellingen, waarvoor zeer veel bedieningsmanschappen worden vereischt en door de groote infanteriebezettingen, de vele bomvrije gebouwen op den wal en in de binnenruimte van het fort, enz. hebben deze eenheidsforten zeer groote afmetingen en bieden zij een goed zicht- en trefbaar doel aan de vijandelijke artillerie. Reeds vóór het uitbreken van den Volkerenoorlog was dan ook van verschillende zijden voorspeld, dat een snelle val van deze eenheidsforten niet zou kunnen uitblijven, zooals dan ook in dezen oorlog overtuigend is bewezen bij de snelle vermeestering van de forten van de vestingen Namen, Luik en Antwerpen, Maubeuge, enz.
Het stelsel van de groote eenheidsforten zal dan ook moeten worden verlaten en vervangen worden door werken, bestaande uit kleine onderdeelen, welke tactisch verspreid liggen in het terrein en doordien zij hiermede in vorm en kleur overeenstemmen, zoo weinig mogelijk zicht- en trefbaar zijn.