Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dubois (marie eugène françois thomas)

betekenis & definitie

Dubois (Marie Eugène François Thomas), Nederlandsch geoloog en palaeontoloog, geb 1863; studeerde aan de Universiteit te Amsterdam in de geneeskunde; deed in opdracht der Nederlandsch-Indische regeering onderzoekingen op Sumatra en Java; verwierf zich groote bekendheid door vondsten van fossiele zoogdieren en vooral van den Pithecanthropus erectus (1895). In 1898 werd D. benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in geologie, paleontologie, mineralogie en kristallografie aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam. In 1906 werd de betrekking veranderd in een gewoon hoogleeraarschap onder toevoeging van de physische aardrijkskunde aan de leeropdracht.

Daarnaast vervult D. het ambt van conservator van Teyler’s Museum te Haarlem. Van zijne hand verschenen een aantal geologische publicaties, handelende over den ijstijd in het permo-carboon, de wording van onze kustlijn in het algemeen, van de Nederlandsche duinreeks in het bijzonder, de hydrologie van het Nederlandsche duingebied, de stratigrafische plaats van de klei van Tegelen, enz.

< >