Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Pithecanthropus erectus

betekenis & definitie

Pithecanthropus erectus. - Bij de onderzoekingen naar fossielen, die E. Dubois, destijds officier van gezondheid op Java, verrichtte, vond deze in 1892 in de Trinillagen de overblijfselen van een wezen, dat hij den naam heeft gegeven van P. e., rechtopgaanden aapmensch. De gevonden resten zijn een schedeldak, een dijbeen en een kies. Het dijbeen gaf het recht te veronderstellen, dat het individu, waaraan het toebehoorde, het vermogen had rechtop te gaan. Het belangrijkste is wel het schedeldak, dat volkomen het recht geeft aan het individu den naam Pithecanthropus te geven.

In vorm toch staat het in tusschen den schedel van den mensch (ook van het diluviale ras van Neanderdal) en de groote anthropomorphe apen. De inhoud bedraagt ongeveer 900 c.M.3 De grootste schedelinhoud van de gorilla is 450 c.M.3, de kleinste van den mensch (pygmaeën) ongeveer 1000 c.M.3 De schedelinhoud van den Neanderdaler, en ook van den gemiddelden recenten mensch is ongeveer 1500 c.M.3 (zie SCHEDEL). Als bijzondere kenmerken van den schedel van P. e. moeten genoemd worden de eigenlijk algeheele afwezigheid van een voorhoofd en de groote wallen boven de oogkuilen. Omtrent den ouderdom, in geologischen zin, van den P. e. zijn niet alle onderzoekers, die zich met deze uitermate belangrijke vondst hebben beziggehouden, het eens. Dubois meent, dat de P. e. in het tertiair heeft geleefd, dus ouder is dan de ons bekende menschelijke resten (diluviaal); anderen meenen echter, dat ook de P. e. diluviaal is en dus gelijktijdig met den mensch moet geleefd hebben. Deze ouderdomsbepaling is natuurlijk van zeer groot belang, waar het gaat om de bepaling der plaats, die dit wezen in de genealogie van den mensch inneemt. Al neemt de Pithecanthropus naar den vorm een plaats in tusschen mensch en anthropomorphe apen, dan is daarmede nog niet gezegd, dat hij ook een tusschenstadium tusschen beiden is, d. w. z. dat hij de z.g. missing link is tusschen mensch en aap, langs welke de eerste uit de laatste zoude ontstaan zijn. Integendeel, de meerderheid van hen, die den P. bestudeerden, nemen wel aan, dat de menschelijke vorm zeker niet uit dien van den P. is ontstaan, deze veel meer een uitgestorven vorm voorstelt.

< >