Du Cange (Charles du Fresne, sieur), geb. te Amiens in 1610, overl. te Parijs in 1688, is de samensteller van het beroemde Glossarium mediae et infimae latiniialis (1678), dat meermalen herdrukt werd: in de XVille eeuw bezorgden de Benedictijnen van Saint-Maur (1736), in de XlXe Henschel (Paris, Didot, 1840—1850) en Léopold Favre (Niort, 1883, 10 vol. in 4°) nieuwe uitgaven. D. C.’s arbeid is van onschatbare waarde voor de kennis van het middeleeuwsch Latijn. Gebruik makend van een zeventigtal handschriften en ongeveer twintig destijds reeds in druk verschenen oud-Fransche prozawerken, teekende hij daaruit niet minder dan drie duizend woorden op en verklaarde ze.
Hij is de grondlegger van de Fr. lexicographie. In een belangrijke inleiding over de oorzaken van de „corruptie” van het Latijn, wees D. C. met groote helderheid op den Lat. oorsprong van het Fr., It. en Spaansch, op den overgang van het Lat. in het Romaansch, en op de verschillen in woordenschat en syntaxis, die beide talen van elkaar scheiden. — Zie F. Brunot, Histoire de la langue française, I, p. 7.