Drenkeling - iemand die, niet kunnende zwemmen, in het water valt en daar wordt uitgehaald, voordat de dood door verdrinken is ingetreden. Bij het redden van een d. zullen de omstandigheden, waaronder die redding plaats heeft, invloed hebben op de wijze van redding. Indien het mogelijk is, den d. te bereiken met een stok, een touw, een reddingsgordel, of eenig voorwerp, en deze nog in staat is, dit te grijpen, zal deze wijze voldoende zijn. Is dit niet mogelijk, dan kan iemand, die de zwemkunst verstaat, zich te water begeven en trachten den d. te redden.
Een d. dient altijd van achteren aangegrepen te worden, en hoofdzaak bij het redden is, dat de d. zoo wordt gehouden, desnoods ondergedompeld, dat hij zich niet aan den redder kan vastklampen, dezen in zijne bewegingen belemmert en daardoor in gevaar brengt. Is een d. gered, en is het bewustzijn verloren, dan dient hij als een schijndoode beschouwd te worden en moeten, soms uren lang, alle middelen worden toegepast, hem in het leven terug te roepen. Dit zijn het verwijderen van water en vuil uit den mond en de longen; de kunstmatige ademhaling en de ondersteuning van de hartswerking. Men verwijdert van den d. allereerst de natte kleeren van het bovenlijf en maakt de andere kleeren los. Daarna legt men hem voorover, over de knie, over een stoel, met het hoofd laag, en drukt de borstkas krachtig samen om het water er uit te persen. Daarna legt men hem om, trekke eventueel den tong uit den mond, brengt de kaak naar voren en past de kunstmatige ademhaling toe. Deze heeft ten doel de borstkas langzaam te doen uitzetten en samen te drukken. Komt, soms na langen tijd, de ademhaling terug, dan tracht men de hartswerking aan te zetten.
Men wikkelt de d. in dekens, droge, warme kleeren en tracht door krachtig wrijven den bloedsomloop aan te zetten. Door warme kruiken, warme doeken, warm water op het lichaam te brengen, kan men dat proces ondersteunen. Kan de d. weer drinken, dan geeft men hem theelepelsgewijze heete dranken, thee, koffie, wijn, groc, enz. In Nederland bestaat eene Maatschappij tot redding van drenkelingen (Amsterdam, Rokin 104), die een boekje uitgeeft, waarin alle maatregelen voor het redden, enz, van drenkelingen uitvoerig beschreven worden. Secretaris dezer Maatschappij is Dr. P. H. van Eden. Zie VERDRINKEN.