Draadlooze telegrafie - of radio-telegrafie, gemeenschapsmiddel, waarbij berichten langs electrischen weg worden overgebracht, zonder dat tusschen de eindpunten een doorloopende verbindingsdraad aanwezig is. De seinteekens worden overgebracht door electrische golven, welke zich rondom het seinende station in den aether uitbreiden. Daartoe is noodig op het seinende station een oscillatieketen bestaande uit een condensator (condensatorenbatterij) en inductiespoel, in serie geschakeld, waarin op nader te vermelden wijze electr. oscillaties worden teweeggebracht. De oscillatieketen is electrisch of magnetisch gekoppeld met een antenne.
Eertijds was de antenne een deel van de primaire oscillatieketen. De antenne is eenerzijds met de aarde of een tegenantenne verbonden en straalt anderzijds de electrische golven in de aetherruimte uit. Zie fig. 1 waarin Ant = antenne, A, = aarde, LM = transformator, LCC = oscillatieketen, I = stroombron, waaraan vonkenbaan. Op het ontvangende station is eveneens een antenne noodig, waaraan een oscillatieketen gekoppeld is. Indien de slingertijden der antennes en oscillatieketens overeenstemmen. m. a. w. indien het ontvangende station op het seinende afgestemd is, brengen de aethergolven, zoo deze daartoe nog voldoende krachtig zijn, slingeringen in den oscillatieketen op het ontvangende station teweeg. Deze worden waarneembaar gemaakt door middel van een detector. De teekens worden gewoonlijk in een telefoon op het gehoor opgenomen (fig. 2), doch de mogelijkheid bestaat ook deze door middel van een relais in zichtbaar Morseschrift om te zetten (fig. 3).
De electrische aethergolven onderscheiden zich door de navolgende kenmerken:
Go l f l e n gt e. Deze bedraagt gewoonlijk bij de verschillende stations van enkele honderden meters tot eenige kilometers. Door het ontvangende station op eene bepaalde golflengte af te stemmen kan men naar willekeur een bepaald station hooren, ook al wordt gelijktijdig door een ander station met andere golflengte geseind.
Gedempte golven. Indien de oscillaties op het seinende station door vonkontladingen teweeggebracht worden (fig. 1), ontstaat na iedere vonkontlading een serie golven, die door dempen steeds geringer amplitude verkrijgen, zoodat de golven ten slotte verdwijnen. In het ontvangtoestel worden, zoolang de seinsleutel is neergedrukt, deze reeksen vonken als een knetterend geruisch vernomen. Fluitvonken. Wordt de vonkenbaan in vele kleinere, achterelkaar liggende vonkenbanen verdeeld (fig. 4) en worden maatregelen genomen, opdat de vonk zeer spoedig, na een of enkele slingeringen gedoofd wordt, dan worden de slingeringen in den oscillatieketen door elkaar snel en regelmatig opvolgende stooten voortgebracht, zoodat zij in de ontvangtelefoon als een muzikale toon van bepaalde toonhoogte (tonende Funken) vernomen wordt. Dit vergemakkelijkt het opnemen. De teekens zijn beter van atmosferische ontladingen te onderscheiden en een tweede middel voor afstemming wordt verkregen door den slingertijd van het membraan van de telefoon in overeenstemming te brengen met de toonhoogte der ontvangen teekens. (Zie fig. 4 en 5).
Ongedempte golven. Er bestaan ook middelen, den oscillatieketen op het seinende station in onafgebroken slingering te houden, waarbij dan de amplitude der aethergolven constant blijft gedurende de geheele lengte van ieder teeken. Ongedempte golven kunnen worden verkregen met hoog-frequentiemachines en met de lichtboog van Poulsen, welke in waterstof tusschen goed geleidende en afgekoelde metalen electroden en in een magnetisch veld teweeg gebracht wordt. De ongedempte golven kunnen niet op de gewone wijze doormiddel van een detector waarneembaar gemaakt worden, daartoe zijn bijzondere hulpmiddelen noodig als de tikker of het veroorzaken van zwevingen met een localen keten, waarin ongedempte slingeringen van iets afwijkende frequentie worden opgewekt. — De electrische golven verspreiden zich vanuit het seinende station in alle richtingen en kunnen dus binnen de reikwijdte van het station overal worden opgevangen. Dit is voor het verspreiden van berichten als tijdseinen, weerberichten, persnieuws enz. vanuit een bepaald punt, alsmede voor schepen op zee een voordeel. Wil men echter geheime berichten overbrengen, dan is het noodig een code te gebruiken. Bij het onderling seinen tusschen twee bepaalde stations is het zich verspreiden der golven in alle richtingen verspilling van arbeidsvermogen. Vandaar dat men voor dergelijke stations met gerichte golven werkt.
De versterking in bepaalde richting wordt verkregen door den vorm van de antenne. (Zie fig. 6, waarin maximum uitstraling naar links.) Bij het correspondeeren tusschen bepaalde plaatsen onderling bezigt men wel dubbele stations. Aan beide eindpunten bevinden zich twee stations één voor het zenden en één voor het ontvangen, welke zich op eenige tientallen K.M. afstand van elkaar bevinden en door telegraafdraden verbonden zijn. Door verschillende golflengte te bezigen kan op deze wijze gelijktijdig in beide richtingen geseind worden. Naarmate de grootte van het arbeidsvermogen verdeelt men de stations in zulke met groote- en kleine reikwijdte; verder onderscheidt men nog scheepsstations (fig. 7), vervoerbare stations (fig. 8 en en luisterstations (fig. 10). Laatst bedoelde zijn alleen geschikt voor het opnemen en kunnen zeer eenvoudig en binnen ieders bereik zijn.
De stations met groote reikwijdte zijn in staat, berichten over eenige duizenden K.M. over te brengen. De reikwijdte is van velerlei omstandigheden afhankelijk en is doorgaans des nachts grooter dan overdag. Atmosferische ontladingen hebben daarop een ongunstigen invloed. In bijzondere omstandigheden is de reikwijdte soms aanmerkelijk grooter, dan waarop als regel gerekend kan worden. Meest bekende groote maatschappijen op het gebied der d. „Marconi” en „Telefunken”.