Draadkabel - een uit vloeiijzerof staaldraad gevlochten kabel, in elke lengte verkrijgbaar uit één stuk, veel toegepast als hijschkabel, draagen trekkabel, van transport-kabelbanen, hangkabels voor hangbruggen en spankabels in den scheepsbouw. Bij gebruik van gietstaaldraad is de trekvastheid tot 180 K.G. per m.M.2 Geleverd worden normale ronde en platstrengkabels; deze laatsten hebben de volgende voordeelen: minder slijtage door grooter aanrakings-oppervlak en gladder oppervlak dus minder slijtage aan schijven, rollen en kabel zelf, minder kracht en smeermaterialen, en minder neiging tot kinken en losdraaien. Bij de zeer zware kabels maakt men soms gebruik van de z. g. gesloten kabel, die een dicht en glad oppervlak toont, waardoor uiterst geringe slijting voorkomt, terwijl gebroken draden niet buiten het oppervlak kunnen uitsteken door den eigenaardigen vorm der omhullende, met sponningen langs elkaar liggende, buitendraden; bovendien kan voor een zekeren last bij gesloten kabels een kleinere middellijn worden gekozen dan bij de andere soorten, dus ook kleinere schijven en windassen. In den brugbouw is de draadkabel vermoedelijk het eerst gebruikt bij den bouw van een 124 M. lange voetbrug over de Schuylkill (Amerika) in het jaar 1816; de groote beteekenis van draadkabels als constructie-element is echter eerst in Frankrijk gebleken.
Hoofdzakelijk door toedoen van den textielfabrikant Séquin zijn deze kabels voor tal van bruggen gebruikt. Men gebruikt tegenwoordig in den brugbouw twee soorten draadkabels nl. de zg. Duitsche kabel, die in een fabriek vervaardigd, en daar ter plaatse gemonteerd wordt, en de zg. Amerikaansche kabel die ter plaatse over de te overbruggen rivier gespannen wordt. Bij de Duitsche kabels zijn de draden in elkaar gedraaid, zoodat elke draad een schroeflijn met grooten spoed vormt; bij de Amerikaansche kabels blijven de draden parallel naast elkaar liggen (paralleldraadkabels) en worden omspannen met week staaldraad, jutte, rubber of iets dergelijks om de kabel tegen roesten te beschermen. De vooren nadeelen van beide constructies zijn afhankelijk van plaatselijke omstandigheden.
