Doengl - koning van Sumer en Akkad (2451—2394), uit de 3e dynastie van Oer. Hij heeft, evenals zijn vader Oer-engoer, in alle belangrijke steden van Babylonië tempels laten herstellen of bouwen, kanalen laten aanleggen, enz.; ’t meest in Oer. Ook aan „Eridoe aan de zeekust” heeft hij veel zorg besteed; maar Babel zou hij hebben geplunderd. In het 2e deel van zijn lange regeering heeft hij talrijke veldtochten naar het buitenland ondernomen, zoodat ten slotte zijn rijk het grootste gedeelte van Voor-Azië omvatte, van de Perzische Golf tot aan de Middellandsche Zee en tot in ’t 0. van Klein-Azië: een wereldrijk zooals dat van Akkad (zie BABYLONIË en SARGON van Akkad).
Deze Sumerische heerschappij over de Amorieten in het W. verklaart zoowel den grooten invloed van Babylonië op het Amorietisch gebied aan de Middell. Zee, als ook het binnenstroomen van een Amor. bevolking (met haar goden) in de Sumerische (Babylonische) steden. D. maakte aanspraak op de wereldheerschappij en liet zich als god vereeren.
