Djem - door Europeesche schrijvers veelal Zizimus geheeten, zoon van den Turkschen sultan Mohammed II, geb. 1459, werd op 10jarigen leeftijd tot stadhouder van de provincie Kastamoeni, later van Karaman aangesteld, stond echter na den dood zijns vaders tegen zijn broeder Bajazed op, en veroverde Broessa, waar hij tot sultan uitgeroepen werd; weinig later door Bajazed’s veldheeren verslagen, vluchtte hij naar Egypte, won hier nieuwe aanhangers, hervatte den kamp tegen zijn broeder, werd andermaal verslagen, en vluchtte naar den grootmeester der Johanniters d’Aubusson, op Rhodus. Van hier werd hij in 1482 naar Frankrijk gebracht. Later 1489 werd hij aan den Paus uitgeleverd en stierf 24 Febr. 1495, waarschijnlijk door vergif te Napels.
Zijne gedichten zijn tot een diwan verzameld, die nog niet in druk is verschenen, doch waaruit Hammer-Purgstall in zijn Geschichte der osman. Dichtkunst (1838) fragmenten heeft opgenomen. — Litteratuur: L. Thuasme, Djem Sultan, Paris, 1892.