Djaga - (Tjandi), een der voornaamste Boeddhistische bouwwerken van 0. Java, gelegen bij de dèsa Toempang en daarom vroeger ook wel Tjandi Toempang genoemd. Het is een tempel, met drie van boven naar beneden zich verbreedende terrassen, voor een deel weggevallen; achter den tempel heeft men het in den grond gezonken voetstuk gevonden van een Bodhisatwa (zie BOEDDHISME), welk beeld, eveneens nog achter den tempel aangetroffen, oorspronkelijk in de tempelkamer zal hebben gestaan. Uit oude Javaansche geschriften is het bekend, dat te Djadjagoe, zooals de plaats vroeger heette, de tempel stond, waar koning Wisjnoewardhana, die in 1278 na Chr. overleed, werd bijgezet in de gedaante van Soegata (Boeddha); aan vorsten werd toen ter tijde na hun dood goddelijke eer bewezen door in een tempel een beeld op te richten met hun gelaatstrekken; soms werd één vorst in twee tempels vereeuwigd, zooals met genoemden vorst het geval was, die te Waleri als Çiwa werd afgebeeld. De wanden van den Tjandi Dj. zijn met tal van basreliefs versierd, die evenals de gevonden beelden het Boeddhi tisch karakter van den tempel vaststellen.
Een uitvoerige beschrijving is uitgegeven door de Commissie van Oudheidkundig Onderzoek op Java en Madoera, samengesteld door Dr. Brandes. Zie ook Dr. H. Kern, Het Hindoeisme, in „Neerland’s Indië” onder leiding van H. Colijn, dl. I p. 236 en 237.