Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Diggelen

betekenis & definitie

Diggelen (Pieter Johannes Gesienus van), geb. 1837 te Zwolle, overl. aldaar 1907, promoveerde in 1861 te Utrecht in de rechten, vestigde zich eerst als advocaat te Zwolle, waar hij in 1876 — na in Zalt-Bommel en in Winschoten een rechtelijke betrekking te hebben bekleed — tot rechter en in 1894 tot vice-president van de arrond.-rechtbank werd benoemd; was van 1879-1907 lid van de Prov. Staten van Overijssel; van 1876-1893 districts-schoolopziener, van 1886-’88 lid van de Tweede Kamer en van 1885-’92 grootmeester-nationaal der Orde van Vrijmetselaren. Vele jaren zat v. D. in het hoofdbestuur der Mij. tot Nut v.h. Algemeen en vormde in 1888 met A. Buma de Zuiderzee-Vereeniging.

< >