Wat is de betekenis van diggelen?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

diggelen

diggelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord diggel 2. aan ~ : in stukken gebroken, kapot De ruit ligt aan diggelen. Hij heeft zelf zijn reputatie aan diggelen gegooid. Synoniemen scherven, diggels

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

diggelen

diggelen - zelfstandig naamwoord uitspraak: dig-ge-len 1. grof aardewerk (oude benaming) ♢ hij heeft heel wat diggelen om zich heen verzameld 1. de diggelen bij elkaar houden [goed op zijn zaken pa...

2025-07-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Diggelen

Diggelen (Pieter Johannes Gesienus van), geb. 1837 te Zwolle, overl. aldaar 1907, promoveerde in 1861 te Utrecht in de rechten, vestigde zich eerst als advocaat te Zwolle, waar hij in 1876 — na in Zalt-Bommel en in Winschoten een rechtelijke betrekking te hebben bekleed — tot rechter en in 1894 tot vice-president van de arrond.-rechtbank werd benoe...

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)