diggelen
diggelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord diggel 2. aan ~ : in stukken gebroken, kapot ♢ De ruit ligt aan diggelen. ♢ Hij heeft zelf zijn reputatie aan diggelen gegooid. Synoniemen scherven, diggels
Wiktionary (2019)
diggelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord diggel 2. aan ~ : in stukken gebroken, kapot ♢ De ruit ligt aan diggelen. ♢ Hij heeft zelf zijn reputatie aan diggelen gegooid. Synoniemen scherven, diggels
Muiswerk Educatief (2017)
diggelen - zelfstandig naamwoord uitspraak: dig-ge-len 1. grof aardewerk (oude benaming) ♢ hij heeft heel wat diggelen om zich heen verzameld 1. de diggelen bij elkaar houden [goed op zijn zaken pa...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Diggelen (Pieter Johannes Gesienus van), geb. 1837 te Zwolle, overl. aldaar 1907, promoveerde in 1861 te Utrecht in de rechten, vestigde zich eerst als advocaat te Zwolle, waar hij in 1876 — na in Zalt-Bommel en in Winschoten een rechtelijke betrekking te hebben bekleed — tot rechter en in 1894 tot vice-president van de arrond.-rechtbank werd benoe...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: