Diepzeeslib, diepzeeafzetting, die zich alleen vormt in de deelen van den oceaan, die meer dan 4000 M. diep zijn. Het vormt zich heel langzaam, veel langzamer dan andere diepzeeafzettingen uit de op den oceaan vallende aschdeeltjes afkomstig van vulkanische erupties, welke soms zoo hoog worden opgeblazen, dat zij jaren in de atmosfeer blijven zweven, uit de producten die uitgestooten worden door onderzeesche vulkanen, uit meteorietenstof en uit de neerregenende kiezelige skeletdeelen van afgestorven radiolariën en sponsen. Mangaanknollen vormen er een kenmerkend bestanddeel van.
Het roode d. bedekt den bodem van den Atlantischen en Indischen Oceaan en van het grootste gedeelte van den Stillen Oceaan. Onder de bezinkingsgesteenten der vroegere geologische perioden beantwoorden bepaalde hoornsteenen met radiolariën aan het hedendaagsche roode d.