Diagenese - (geologie), de verandering, die een bezinking na hare afzetting steeds ondergaat. Zij bestaat in omkristallisatie, onder de werking van het koolzuurhoudende zeewater, van kalkige bezinkingen, ontleding van bijgemengde organische stof, vorming van glaukoniet en samenballing van aanvankelijk gelijkmatig verdeelde stoffen tot knollen bijv. van koolzuren kalk (septariën in mergels), markasiet, pyriet, fosforiet, mangaanoxyde (in diepzeeslib). Ook de vastwording, de verkitting van de eerst los op elkaar liggende deeltjes tengevolge van de afzetting van nieuwe stof daartusschen, wordt tegenwoordig door de meeste schrijvers onder d. begrepen. Zij wordt sterk bevorderd door druk; terwijl vlakliggende, nooit gedrukte onderkambrische blauwe klei van Estland nog even plastisch is als ware zij zoo juist bezonken, zijn in West-Europa de veel jongere mesozoische bezinkingen reeds alle versteend.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk