Desinfectiegas - noemt men die gassen, welke bij de ontsmetting gebezigd worden om ziektekiemen of dragers daarvan te dooden. Hoofdzakelijk komen hiervoor in aanmerking:
1) Damp van formaline, gewoonlijk verkregen door middel van een formalinelamp. Deze damp heeft een sterk bactericide werking, wordt echter, wegens de groote onkosten slechts daar gebezigd, waar geringe hoeveelheden noodig zijn (ziekenzalen, kamers waar lijders aan besmettelijke ziekten verpleegd zijn, enz.). Ook maakt men er gebruik van voor de desinfectie van spoorwagens (zie DESINFECTIEKETEL). — 2) Zwaveldamp (eigenlijk zwaveligzuur anhydried S02). Dit is een der meest populaire desinfectiegassen en wordt vooral aan boord van schepen veel gebruikt. Vroeger bereidde men het door middel van een z.g. zwavelpot, een ijzeren pot, die, gevuld met gloeiende houtskool en zwavel, in de ruimen van het schip werd opgesteld. Tegenwoordig is dit primitieve apparaat, dat in houten schepen brandgevaar oplevert, vervangen door de Halley-, Marot- en Claytonapparaten.
Het groote voordeel van zwaveldamp is, dat het zoowel bacillen als insecten en warmbloedige dieren doodt, dus zoowel bacillen als bacillendragers. Hiertegenover staat echter, dat het zich gaarne met water verbindt tot zwaveligzuur (H2S02), waardoor men niet zeker is van zijn werking. Bovendien tast het metalen en verf aan, als mede die ladingen, welke een zekere hoeveelheid water bevatten (vruchten, huiden, meel, enz.). — 3) Koolzuur (C02) Dit gas doodt uitsluitend warmbloedige dieren. Het wordt zeer weinig toegepast, aangezien de bereiding belangrijke onkosten medebrengt. — 4) Pictolin, zijnde een mengsel van S02 en C02.
5) Kooloxyd e(Nocht-Giemsagas), vermengd met stikstof (N) en koolzuur (C02) en wel in verhouding van ongeveer 11, 18 en 71 %. Dit gas doodt ook alleen warmbloedige dieren. Het is zeer vergiftig, tast de lading niet aan. De resultaten zijn dus absoluut betrouwbaar. Het gas speelt bij de pestbestrijding een groote rol voor het dooden van ratten (bacillendragers) aan boord van schepen, in barakken, enz. (ontratten). Het ontstaat in een NochtGiemsa-apparaat.