Deschanel (paul eugène louis)

betekenis & definitie

Deschanel (paul eugène louis) - Fransch journalist en staatsman, zoon van den vorige, geb. te Brussel, 1856, studeerde in de rechten en in de letteren, was secretaris van twee ministers, werd in 1877 onderprefect, werd in 1885 in de Kamer gekozen, en sinds telkens herkozen; wel ter tale en zeer belezen hield hij, als gematigd sociaal-democraat, in het Fransche parlement vele merkwaardige en zeer toegejuichte redevoeringen; was van 1896 —’98 vice-voorzitter; van 1898—1901 en opnieuw sinds 1912 president dier Kamer. Hij was medewerker aan verschillende bladen. Van hem zagen het licht: la Question du Tonkin (1883); La Politique française en Océanie (1884); les Français dans l'océan pacifique (1885); Orateurs et Hommes d'Etat (1888); Figures de femmes (1889); Figures littéraires (1889); Questions actuelles (1891); la Décentralisation (1895); la Question sociale (1898) ; la Politique nouvelle (1898) ; Quatre ans de présidence (1902); La politique intérieure et étrangère (1906); L'organisation de la démocration hors des frontières (1910). In 1899 werd hij tot lid van de Académie française, die vele zijner werken bekroond had, gekozen.