Deschanel (emile)

betekenis & definitie

Deschanel (emile) - Fr. letterkundige, geb. en overl. te Parijs, 1819—1904, oud-leerling van de Ecole normale, waar hij later colleges gaf over Gr. letterkunde. Hij schreef een werk, getiteld: Catholicisme et Socialisme (1851), werd naar aanleiding hiervan uit zijn functie ontzet, was daarna medewerker aan verschillende bladen, werd na den staatsgreep van Napoleon III verbannen, hield in België openbare voordrachten, keerde bij de algemeene amnestie naar Frankrijk terug, werd in 1859 redacteur van het ,, Journal des Débats” en van de „National”, werd in 1876 en 77 in de Kamer gekozen, in 1881 tot hoogleeraar in de moderne letterkunde aan het Collège de France en tot lid van den Senaat voor het leven benoemd. Hij behoorde tot de republikeinsche partij. De belangrijkste van zijn werken, die van een uitgebreide kennis vooral op het gebied van letterkunde en beschaving, en bovendien van een fijnen smaak getuigen, zijn: le Mal qu'on a dit des femmes-, le Bien qu'on a dit des femmes; Histoire de la conversation (1857); Etudes sur Aristophane(1867); Benjamin Franklin (1882); le Romantisme des classiques (1882); le Théâtre de Voltaire (1886) en les Réformateurs de la langue française (1898).