Dèsa-vorming - (Christelijke). Op Java heeft men drie soorten van Chisten-gemeenten. Vooreerst die, welke over verschillende desa’s onder de Mohammedanen verspreid zijn, wier invloed in sommige dorpen groot is. Daar waar communaal bezit bestaat en vele scharen tot het Christendom overgingen, zijn de Christenen somtijds tot eigen dorpen vereenigd. De vrijheid door de Regeering aan het desa-bestuur gelaten, gaf aan de Christenen gelegenheid, die regelingen te treffen, waardoor met het Christendom strijdende gewoonten geweerd werden als opiumschuiven, dobbelen, zekere feesten en dansmeiden; en Christelijke zeden werden bevorderd als zondagsheiliging, schoolbezoek en dgl.
In zulke gemeenten bijv. Modjowarno met zijn desa-pranoto heeft men een d., die een publieke opinie in Christelijken zin schept. In de derde plaats is men door deze voordeelen er toe gekomen om kunstmatig dergelijke gemeenten in het leven te roepen, waar geen communaal bezit bestaat. De zending heeft daar erfpachtperceelen van de Regeering gevraagd en deze in onderhuur gegeven aan Christelijke inlanders en zoo Christen-dorpen gesticht. De zendeling treedt met gezag op als landheer. Hier komt de inlander uit den aard der zaak minder tot zelfstandigheid. Vgl. W. H. P. Gairdner — J. C. Rutgers, Islam en Christendom, 1912, bl. 232 v.