Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Deppe

betekenis & definitie

Deppe - (Ludwig), toonkunstenaar, geb. 1828 te Alverdissen (Lippe), overl. 1890 te BadPyrmont; studeerde te Hamburg (gelijk met Brahms) bij Marxsen, later te Leipzig bij Lobe. Vestigde zich 1857 te Hamburg, waar hij eene zangvereeniging stichtte; ging later naar Berlijn. Van 1886 — 88 kapelm. a. d. Kon. Opera; zeer begunstigd door den intendant, graaf Hochberg, die hem jarenlang de leiding van de Schlesische muziekfeesten toevertrouwde.

De vrij talrijke composities van D. zijn van geene beteekenis; zijn naam zal echter steeds genoemd worden, wanneer van het moderne klavierspel zal worden gewaagd. De aanhangers van de methode van D. (Elis. Caland, H. Klose, Mary Wurm) stellen haar boven elke andere.

< >