Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Demerara

betekenis & definitie

Demerara of Britsch Guyana, de meest Westelijke, volkrijkste en grootste van de drie Guyana’s in Zuid-Amerika. De oppervl. bedraagt 233.810 K.M2., het aantal inw. 310.000. Oorspronkelijk aan Nederland behoorend, kwam D. in 1815 aan Engeland.

Het grootste deel wordt ingenomen door laagvlakten, terwijl zich in het Z. het bergland van Guyana verheft, waarvan de Maan-bergen de grens vormen met Brazilië, tevens de waterscheiding tusschen de kustrivieren en de Amazone. Hierop ontspringt de Nieuwe rivier, een der bronrivieren van de Corantyn en de grens met Suriname, hoewel ook 'de Koetari daarvoor in aanmerking komt. De Essequibo of Chipwa, de hoofdrivier van het land, heeft haar bronnen een weinig meer Westelijk, terwijl in het uiterste W. de Tacutu, een linkerzijrivier van de Rio Branco, ontspringt, welke de grens vormt met Brazilië. (Voor klimaat, flora en fauna wordt verwezen naar het artikel Guyana).

B e v o l k i n g. Van de oorspronkelijke bevolking, de Indianen, komen voornamelijk stammen van de Cariben in D. voor. Hun aantal is grooter dan in een der andere Europeesche kolonies en komt de 10.000 nabij. Sterker in aantal zijn de negers, die eenmaal als slaven hierheen werden gevoerd; ongerekend de Mulatten kan hun aantal op 130.000 gesteld worden. De vermenging van blanken met negers en met Indianen noemt men Bovianders. De Aziaten, welke na de afschaffing der slavernij in 1845, als koelies naar D. kwamen, zijn meest afkomstig uit de Ganges-vlakte van Voor-Indië. Hun totaal aantal bedraagt 135.000 d.i. meer dan ½ der geheele bevolking. Het aantal Europeanen bedraagt 6000, dit is meer dan in de beide andere Europeesche tezamen, maar toch een gering deel van de totale bevolking, welke in 1914 op 310.000 werd geschat.

Dichtheid der bevolking 1,3 per K.M.2 B e s t u u r. Aan het hoofd van de kolonie staat een gouverneur, die wordt bijgestaan door een „Court of Policy” en een „Combined Court”. De eerste bestaat uit 15 leden, waarvan er 7 door den gouverneur worden aangewezen en 8 gekozen door de ruim 4000 kiezers. De tweede bestaat uit vorengenoemde en bovendien 6 andere leden. Tal van namen van spoorwegstations wijzen op de oude Holl. vestigingen: Beterverwachting, Vreedenhoop, Uitvlugt, enz. In civiele zaken houdt men zich zelfs aan het Romeinsch-Holl. Recht.

E c o n o m i s c h e t o e s t a n d. In economisch opzicht steekt D. gunstig af bij de andere Guyana’s. Had het reeds voor de afschaffing van de slavernij een aanzienlijke betekenis verkregen, daarna bleef het zich ontwikkelen, terwijl de beide andere steeds meer achteruit gingen. Toch is nog slechts ongeveer 670 K.M.2 d. i. 1/350 van het land, in cultuur gebracht. Bijna de helft daarvan wordt ingenomen door suikerplantages, waarvan 39 fabrieken het riet verwerken; ongeveer ¼ beslaan de sawahs; het overige wordt ingenomen door aanplantingen van cacao, koffie en cocospalmen. In het geheel houden zich ruim 1.00.000 arbeiders met den landbouw bezig.

De veestapel is vrij belangrijk. Van veel belang is de mijnbouw, (in de eerste plaats goud). Omstreeks 1880 werd voor het eerst goud ontdekt aan de oevers van de Cuyuni en reeds in 1884 werd voor een waarde van 12.000, in 1892 van 5½ millioen gulden uitgevoerd, (in 1914 — 3 millioen). Sedert 1901 worden aan den bovenloop van de Barima, Mazaruni en Potaro diamanten gevonden. — De bosschen, die de bergen van het binnenland bedekten, bevatten een grooten rijkdom aan kostbare houtsoorten, welke nog maar weinig geëxploiteerd wordt; ze leveren vrij groote hoeveelheden balata.

Product. Waarde in 1914 suiker f 20.000.000 suiker-bijproducten „ 1.800.000 goud „ 3.072.000 rum „ 2.500.000 balata " 1.400.000 rijst „ 1.200 000 hout „ 0.280.000 diamant „ 0.216.000 Totaal had de uitvoer een waarde van 31.500.000 gulden, welke voornamelijk gericht is op Gr.-Brittannië, Canada en de Ver. Staten. Deze landen voerden in 1914 voor een waarde van 21 millioen gulden in. — De scheepvaart geschiedde voor 67% door Eng., voor 17% door Nederl. schepen. — Het land bezit in het geheel 157 K.M. spoorweg, grootendeels ingenomen door de kustlijn van New-Amsterdam naar Georgetown en den mond van de Essequibo.

Litteratuur. G. D. Bayley, Handbook of British Guiana 1912; M. B. Beebe, Our search for a wilderness 1910; H. V. P. Bronkhorst, Descriptive and Historical Geography of B G. 1890; L. Crookall, B. G Work among Creoles, Coolies etc. 1898; J. B. Harrison, B. G. and its Resources 1907; idem, The Goldfields of B. G. 1908; idem and F. A Stock dale, Rubber and Balata in B. G. 1911; E. F. Im Thurn, Among the Indians of Guiana 1883; H. Kirko, Twenty-five Years in B. G. 1898; .1. Rodway, History of B. G. 1893; idem Handbook of B. G.; idem In the G. forest 1894; idem Guiana 1912; Storm van ’s Gravensande, The Rise of B. G. 1911.

< >