Delius, (Frederick), geb. 1863 te Bradford (Engel.), zoon van Duitsche ouders; moest koopman worden en ging 1883 naar Florida waar hij eene sinaasappel-plantage beheerde. Daar, in de eenzaamheid en de weelderige natuur, ontwikkelde hij geheel auto-didaktisch zijn compositie-talent, bezocht wel-is-waar nog een korten tijd het convervatorium te Leipzig (Jadassohn, Reinecke), maar was toch reeds te zelfstandig ontwikkeld om den reactionnairen invloed, die van die inrichting uitging, te ondergaan. In 1890 vestigde D. zich in Frankrijk en ziet sedert 1897 zijne muziek door de meeste vooruitstrevende dirigenten van Europa en Amerika uitgevoerd.
De richting van D. is — vooral ten opzichte der harmoniek — hyper-modern, maar uit zijne muziek spreekt eene zoo oprechte overtuiging en zulk een groot talent, dat men ze aanvaardt zooals zij zich geeft. De composities van D. zijn talrijk en bevatten opera’s, koor- en orkestwerken en mooie liederen. — M. Chop: F. D. (1957.)