De sarzec - (Ernest), Fransch consul te Basra aan de Perzische Golf, sinds Jan. 1877. Hij was te voren in Abessinië en Egypte geweest, hij was vertrouwd met woestijn en Bedoeïenen. In Maart begon hij opgravingen te doen te Tello (zie LAGASJ), een ruïnenheuvel in de Z. Babyl. vlakte, dicht bij de Sjatt-el-Hai (ruim 46° O.L.). — tot Juni. ’t Volgende voorjaar zette hij zijn onderzoekingen voort, weer tot Juni. Toen keerde hij naar Parijs terug, met één slag een beroemd man, door de buitengewoon schitterende resultaten zijner opgravingen.
Hij ging weer naar Tello om het werk systematisch voort te zetten, weldra met ondersteuning van de Fransche regeering. Hij vond een grooten tempel van Goedea, van tichelsteenen verbonden door bitumen; in een kamer van dien tempel 8 diorietbeelden (alle zonder hoofd), met uitstekend bewaard gebleven inscripties; op een andere plek 2 prachtige terra-cotta cylinders, met lange opschriften. Deze en andere voorwerpen werden in het Louvre te Parijs geplaatst. Met deze vondsten begon een nieuwe periode in het archeologisch en historisch onderzoek van oudBabylonië. In 1894 vond hij het tempelarchief: 30.000 kleitafels, veelal tempeldocumenten en commerciëele stukken.
Ook een voorraadsschuur van Oer-Nina. De S. stierf in Juni 1901. Zie OPGRAVINGEN. De resultaten van die schitterende 20-jarige archeologische campagne zijn gepubliceerd in De S. et Heuzey, Découvertes en Chaldée 1883 ss.; latere vondsten van Cros in Nouvelles Fouilles de Tello (1910), door Heuzey en Thureau-Dangin.
