Datia, Eng. vazalstaat in Centraal-Indië, in het agentschap van Bundelkhand; het grondgebied is versnipperd door tusschenliggende gedeelten van Gwalior; het geheel heeft een oppervl. van 2400 K.M.2 en 180.000 inw. De grond is voor het meerendeel onvruchtbaar door den rotsachtigcn ondergrond; de voornaamste producten zijn peulvruchten en tarwe. Het oorspronkelijke grondgebied breidde zich in de 17e en 18e eeuw uit door veroveringen en door schenkingen van de Delhische keizers.
De 7e Radja, Parichhat, sloot in 1804 een verdrag met de Engelschen. De gelijkn. hoofdstad, aan de spoorlijn Gwalior-Jhansi, heeft 25.000 inw.