Darmwindzucht (Trommelzucht, Meteorismus). Behalve de processen, die onmiddellijk met de spijsvertering in verband staan, hebben in het darmkanaal allerlei ontledings- en rottingsprocessen plaats (zie DARMROTTING), waarbij o.a. de in den darm levende bacteriën een rol spelen. Hierbij treden naast allerlei stoffen ook gassen op. Die darmgassen zijn op zich zelf dus normaal; voor de normale voortbeweging en uitdrijving van den darminhoud zelfs nuttig en noodig.
Hoopen zich echter abnormaal veel darmgassen op, dan zet de darm uit, de buik wordt min of meer opgezwollen en men spreekt van d. Een gevoel van benauwdheid gaat met eene dergelijke gasophooping gepaard. D. komt bij verschillende afwijkingen, waarbij verhoogde rotting bestaat, voor; zij kan evenzeer gevolg zijn van een te geringe peristaltiek door verzwakking van de darmwandspieren. Somtijds treedt d. als nerveus verschijnsel op, b.v. bij hysterie.
