Dardistan, „gebied der Dardan”, nog weinig bekend bergland in het Z. van het overgangsgebied van Himalaya en Hindoe-koesj, in het N. W. van Kasjmier, Engelsch-Indië. De Indus vormt in D. een diep ingesneden lengtedal. Aan de O.-grens van D. verheft zich de 8120 M. hooge Nanga Parbat. De Darden zijn een Arisch volk; zij zijn Sjiïetische Mohammedanen.
Voor den landbouw is weinig ruimte, toch worden in de dalen tarwe, gerst, groenten en ooft verbouwd. De berghellingen hebben rijken grasgroei, waardoor de veeteelt belangrijk is; vooral van geiten, schapen en rundvee. De veeteelt is het werk der mannen, de landbouw dat der vrouwen. D. is lang onafhankelijk gebleven; pas in de laatste tientallen jaren is het door Engeland onderworpen. Toch is de heerschappij der Engelschen nog zeer onzeker. Hoofdplaats is Tsjilas.