Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Damas

betekenis & definitie

Damas - (pseudoniem van Mr. Frederik Baron van Hogendorp), Haagsch publicist, geb. te ’s-Gravenhage 1843, overl. te Bendorf (bij Coblentz) 1889, promoveerde in 1866 tot dr. in de beide rechten te Leiden, was van 1866—’72 adjunct-commies bij het Dep. van Koloniën, beproefde in ’73 zijn fortuin door naar Zuid-Afrika te trekken, waar hij in Bloemfontein eenige practijk vond, terwijl hij er ijverde voor het Nederlandsche element en het Boerenhollandsch en keerde in ’79 onvoldaan terug; was daarna een tijdlang werkzaam aan eene Parijsche bankinstelling, waarvoor hij naar Canada gezonden werd, tot hij na velerlei teleurstellingen eindelijk in zijn geboortestad zijn wensch, om publicist te zijn, vervuld zag, toen in 1884 zijn eerste feuilleton in „Het Vaderland’' werd opgenomen. Deze „Haagsche Omtrekken” van „Damas” — zoo heette een zijner oude voorvaderen — verschenen tot ’86 in genoemd liberaal blad, kort daarna in het „Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenhage”, toen v. H. van deze conservatieve courant hoofdredacteur was geworden. Later werden ze tot bundels verzameld.

Het zijn geestige causerieën, aantrekkelijk door haar bevalligen toon en subjectieven inhoud, meerendoels indrukken en herinneringen van reisen levenservaringen. In 1888 werd Damas lid van de Mij. van Ned. Letterkunde.

< >