Dam van isselt (jacob) - Dam van Isselt (Jacob Thomas Theodoor Carel van), geb. 1842, overl. 1916; genoot zijn opleiding tot officier aan de Kon. Mil. Academie en werd benoemd tot 2en Luit. der Inf. 22 Juni 1861; 1876-1890 werkzaam aan den Hoofdcursus te Kampen, waarvan de laatste 10 jaren als Directeur; 1890 benoemd tot Majoor bij het 3e Regiment Infanterie; 1893 tot Hoofdofficier van het Reservekader; 1896 tot Kolonel, Commandant van het 8e Regiment Infanterie; 1898 tot Gouverneur van de Kon. Mil. Academie; 1900 tot Generaal-Majoor, Inspecteur van het Militair Onderwijs. Hij was een der groote denkers van zijnen tijd en baanbreker in velerlei richting, zoowel burgerlijk als krijgskundig.
Met name onderscheidde hij zich op navolgend gebied: 1) Ballistiek; zie zijn werk: De kogelbaan der getrokken vuurwapenen, ook in het Duitsch vertaald; de berekeningen werden later in de Duitsche schietvoorschriften opgenomen, 2) Militair Onderwijs, 3) Reservekader, 4) Volksleger, 5) Volksweerbaarheid en Vrijwillige oefening in den wapenhandel, 6) Lichamelijke ontwikkeling van de jeugd, 7) Volksgezondheid. Van 1902-1912 was hij Lid en Voorzitter v.d. Centralen Gezondheidsraad. Ten slotte dient melding gemaakt te worden van zijn ijveren voor moderniseering van het Middelbaar Onderwijs.