Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dahlia

betekenis & definitie

Dahlia - Plantengeslacht der Composieten, planten met groote bloemhoofdjes, tegenovergestelde bladen en inulinerijke wortels. Van de ongeveer 20 in tropisch-Amerika, vooral in Mexiko inheemsche soorten, is D. variablis, in 1789 voor het eerst naar Europa overgebracht, de meest bekende. Zij werd reeds in haar vaderland als sierplant gekweekt. Deze wordt als de stamvorm beschouwd van de talrijke tuinrassen der D., aan welker ontstaan Nederlandsche kweekers een groot aandeel hebben.

Deze rassen hebben zich zeer sterk gewijzigd naar den heerschenden smaak. Toen de D. pas bekend was geworden en reeds dadelijk „dubbele’-’ verscheidenheden uit zaad gewonnen werden, trachtte men ze zoo regelmatig mogelijk kogelof bolvormig te maken (grootbloemige of „Show” D.). Omstreeks 1852 werden de eerste Lilliput of Pompon D. aangeboden met kleinbloemige gevulde bloemen, die ook in de allerlaatste jaren weer aan populariteit gewonnen hebben; in 1865 volgden de laaggroeiende grootbloemige D. In 1874 gaf de invoer uit Mexiko van de puntig-gepijpte D. Yuarezi, blijkbaar als gekweekte plant uit haar vaderland ontvangen, aanleiding tot het ontstaan der Cactus D., die gedurende veertig jaar een ongelooflijken vormenen kleurenrijkdom ontwikkelden. Het hervinden van de enkelbl. D. coccinea bracht de enkele tuinvormen weder op den voorgrond. In 1901 vertoonden zich de eerste Kraag D. met een ring van vergroeide schijfblaadjes van andere kleur dan die der straalbloempjes, ontstaan uit een toevallige afwijking omgewerkt bij een „enkelbl.” D. Eerst omstreeks 1915 zijn de Kraag D. populair geworden. Kort na 1900 kwamen de Pioen D. op den voorgrond, met zeer forsche stengels en groote halfdubbele bloemen, van groote decoratieve werking. Nauw hiermede verwant zijn de geheel gevulde decoratieve D. met zeer zware bloemen, die eenigszins den overgang tot de Cactus D. vormen.

De groene D. („Gottes Wunder”)is een monstreuze bloem, waarin de schubben er als groene blaadjes uitzien en de straal- en schijfbloempjes ontbreken. D. arborea en imperialis zijn in Middenen Noord-Europa kasplanten met groote „enkele” bl. De D. worden vermeerderd door stekken van de op een door bodemwarmte tot ontwikkeling gebrachte knol. Deze stekken bloeien nog het zelfde jaar en vormen terstond groote knollen. In verschillende landen van Europa (ook in Nederland) en in NoordAmerika wijden zich tal van vereenigingen uitsluitend aan de D. door het houden van tentoonstellingen en congressen, het uitgeven van geschriften, enz. De Dahliateelt staat in Nederland op hoogen trap; de uitvoer neemt gestadig toe.

< >