Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Cristus

betekenis & definitie

Cristus - (Petrus), Nederlandsch-Vlaamsch schilder, geb. te Baerle (in Noord-Brabant of bij Gent) omstreeks 1410, gest. te Brugge in 1473, sloot zich nauw aan de manier van Jan van Eyck aan, wiens leerling hij misschien was, maar evenaarde dien meester nooit. Zijn portretten (b.v. dat van Edward Grimston in een Engelsche particuliere verzameling en van een jongen onbekende in de National Gallery te Londen) dringen niet diep door in het zieleleven van den afgebeelde; zijn heilige Maagden en engelen (b.v. op een Maria Boodschap te Berlijn) zijn vol bescheiden blijdschap en bevalligheid, maar blijven evenals de gestalten van zijn Geboorte (te Berlijn) gewone menschen. In dit verband is het merkwaardig, dat C., voor zoover wij weten, de eerste Ned. schilder was, die (in zijn Legende van de H. Godeberta, die zich in Amerika bevindt) een tafereel uit het gewone leven — den goudsmidswinkel van den H. Eligius — op het doek bracht en — zooals vóór dien alleen op miniaturen gedaan werd — gewone menschelijke gestalten in een volkomen uitgewerkt landschap plaatst (op de Geboorte te Berlijn). Eveneens schijnt hij het eerst zijn perspectief nauwkeurig geconstrueerd te hebben.

In dit opzicht overtreft C. dus Van Eyck en doet een schrede voorwaarts op den weg der techniek. — Litteratuur: Thieme-Becker’s Allg. Lexikon der bild. Künstler VIII 124—126; Max Rooses, Flandre, Parijs 1913, bl. 77—79.

< >