Cricket - een sportspel van Engelschen oorsprong, dat omstreeks 1845 voor het eerst in ons land werd ingevoerd; van meer georganiseerd c. was pas sprake vanaf het jaar 1875, toen in Deventer, den Haag en in de volgende jaren in verschillende andere plaatsen van ons land cricket-clubs werden opgericht. Van 1884, het 1e jaar na de oprichting van den Nederl. Cricket-Bond, tot 1889 zien we een tijdperk van grooten bloei, waarbij de competities van den Bond zich in groote belangstelling mogen verheugen. Daarna treedt achteruitgang in, grootendeels door de opkomst van het meer en meer op den voorgrond tredende voetbalspel, dat zich gemakkelijker in ons volksleven weet in te burgeren.
Vooral in het Westen van ons land heeft het spel zich weten te handhaven en laten de Nederlandsche, Amsterdamsche en Haarlemsche Cricket-Bonden ieder jaar eenige competities verspelen, al blijft de publieke belangstelling over het geheel nog slechts zeer gering. De onderdeelen van het cricketspel, dat gespeeld wordt door twee partijen, elk van 11 spelers, zijn het batten, waarbij, met behulp van een slaghout (bat), de partij, die aan slag gaat, staande voor een doel (wicket), tracht een op het doel gerichte bal zoo ver mogelijk weg te slaan. Bij het bowlen wordt door een speler van de tegenpartij, die bij eenzelfde doel is opgesteld, met gestrekten arm een bal naar het eerste doel geworpen. De afstand van beide doelen is ongeveer 20 M. De 10 overige spelers van deze partij staan inmiddels op meer of minder grooten afstand om de doelen opgesteld, om de geslagen ballen te stoppen of te vangen, of naar een der beide doelen terug te werpen (fielden). De strook grond, gelegen tusschen de beide wickets, wordt de pitch genoemd.
