Credietwet - voorloopige begrootingswet, wanneer het om een bijzondere reden niet mogelijk blijkt, een definitieve begrooting tijdig aangenomen te krijgen. Slechts bij zeer aanmerkelijke vertraging echter neemt men hier te lande tot dit middel zijn toevlucht. Veelal zijn de hegrootingen eerst half of eind Maart van het jaar, waarvoor ze moeten dienen, alle vastgesteld.
Toch worden dan niet credietwetten aangenomen, maar wordt de eerste maanden van het jaar gedeeltelijk zonder begrooting geregeerd. Voorbeeld van een credietwet is de wet van 15 Mrt. 1907, Stb. 72, waarbij de begrooting van het Dep. van Oorlog voorloopig werd vastgesteld; de definitieve vaststelling geschiedde eerst bij wet van 13 Juli 1907, Stb. 184.