Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Coster (hermanus)

betekenis & definitie

Coster (hermanus) - Coster (Hermanus Jacob), geb. 1865, gest. 1899, studeerde van 1885-1890 te Leiden in de rechten, waarin hij in laatstgenoemd jaar promoveerde. Als student deed hij in de vacanties veel buitenl. reizen door bijna alle landen van Europa, zelfs naar Amerika. In ’t jaar van zijn promotie vertrok hij naar Z.-Afrika, waar hij te Pretoria al spoedig als advocaat een drukke praktijk kreeg. In 1895 benoemde de regeering van P. Kruger hem tot staats-procureur.

Als zoodanig leidde hij de instructie in de strafzaak van Jameson en de zijnen na hun mislukten inval van 1896. In dit jaar ontwierp C. een wet op de uitzetting van vreemdelingen, die Kruger, om alle aanleiding tot ontevredenheid van Engeland te vermijden, niet ingevoerd wenschte en die toen door den volksraad werd verworpen. C. bedankte toen voor zijn staatsbetrekking. Na het uitbreken van den oorlog voegde hij zich bij het Boerencommando aan de grens van Natal en sneuvelde op 21 Oct. 1899 bij Elandslaagte.

< >