Costa (Lorenzo), Ferrareesch schilder (geb. c. 1460 waarschijnlijk in Ferrara, 1535 te Mantua gest.). C. schijnt eerst in Ferrara gewerkt te hebben — uit dien tijd kent men slechts één stuk, een h. Sebastiaan in het museum te Dresden, sterk onder den invloed van Cosmè Tura —, maar verhuisde al, toen hij pas 20 jaar was, naar Bologna, waar hij aan de decoratie van een in 1507 verwoest paleis werkte. Een 1488 gedateerd fresco bevindt zich aldaar in de S. Giacomo Maggiore, paneelen en doeken uit denzelfden tijd in verschillende musea. In 1506 volgde C. Mantegna als hofschilder te Mantua op, waarbij veel nu verdwenen werk leverde (alleen een 1525 gedateerde tronende Madonna met heiligen bleef in Sant’ Andrea bewaard) tot hij ziekelijk werd en — reeds in 1524 — Giulio Romano hem opvolgde. De eerst onder invloed van Tura, Cossa en andere Ferrareezen energieke, sterk bewogen, krachtig getinte kunst van C. gaat na 1497, waarschijnlijk onder invloed van Francesco Francia, tot idealistische, ja lyrische zachtmoedigheid en grooten eenvoud in de decoratie over.
Deze opmerkelijke bekeering tot andere kunstprincipes blijkt het best in het altaarstuk van S. Giovanni in Monte te Bologna. Later worden C.’s gestalten al magerder, de val van hun lange gewaden steeds meer gemaniëreerd. C. was blijkbaar niet zelfstandig genoeg om school te maken; toch blijkt zijn voorbeeld in de Noord-Italiaansche scholen doorgewerkt te hebben. Litteratuur: Thieme-Becker’s Allgem. Künstler-lexikon VII 522-530.