Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Contrabande

betekenis & definitie

Contrabande - smokkelwaar, goederen, welke niettegenstaande verbod worden in- of uitgevoerd. In het zeeoorlogsrecht goederen door neutralen in strijd met het volkenrecht aan een der oorlogvoerende partijen over zee geleverd of te leveren. — In het algemeen beperkt oorlog de neutralen niet in hunne handelsvrijheid. Zelfs in vijandelijke schepen is neutraal goed niet voor beslag vatbaar, terwijl vijandelijk goed veilig in neutrale schepen kan worden vervoerd (Parijsche Zeerechtdeclaratie van 1856).

Die vrijheid van den neutralen handel strekt zich echter niet uit tot contrabande. Oorspronkelijk was dit begrip zeer eng. Zoowel bij den vrede der Pyreneeën van 1659 als bij dien van Utrecht van 1713 werd bepaald, dat daaronder slechts vielen wapens en krijgsmunitie, paarden en paardezadels. Bij de verklaring van Gewapende Neutraliteit van 1780 werden ook zwavel en salpeter, als grondstoffen voor de buskruitvervaardiging, er onder gerekend. Langzamerhand werd het begrip veel verder uitgebreid en werd, naast hetgeen onmiddellijk tot den oorlog dient (absolute contrabande), ook als contrabande aangemerkt hetgeen daartoe middellijk dienstig kan zijn; daarbij werd echter als eisch gesteld, dat moest vaststaan, dat de goederen die bestemming ook hadden (voorwaardelijke, conditioneele of relatieve contrabande). Men denke hierbij aan waren als steenkolen, prikkeldraad, enz. — Veelal wordt bij het uitbreken van een zeeoorlog door ieder der oorlogvoerende partijen bekend gemaakt, wat zij als absolute of conditioneele contrabande zal beschouwen. — In 1909 is bij verdrag een internationale verklaring (Declaratie van Londen) opgesteld, waarbij ook dit onderwerp is geregeld (zie Stb. 1911, no. 237). De artt. 22—26 geven aan, welke artikelen in aanmerking komen om als absolute of conditioneele contr. te gelden. De daarbij gegeven opsommingen zijn voor uitbreiding vatbaar, waarbij echter in het oog is te houden, dat absolute contr. slechts is hetgeen uitsluitend tot den oorlog dient (art. 23), conditioneele hetgeen zoowel voor oorlogsals vredesdoeleinden kan strekken (art. 26).

Ten slotte noemen de artt. 27 — 29 op bindende wijze een aantal artikelen, welke nimmer als contr. mogen worden beschouwd. — Absolute contr. is neembaar, wanneer bewezen is, dat zij bestemd is voor vijandelijk of door den vijand bezet gebied of voor de vijandelijke strijdkrachten. Het maakt daarbij geen verschil of het vervoer dezer goederen rechtstreeks plaats vindt, of dat hiertoe nog een overlading dan wel een vervoer over land noodig is (art. 30). Condit. contr. is neembaar, wanneer bewezen is, dat zij bestemd is voor het gebruik der vijandelijke strijdkrachten of van het vijandelijke staatsbestuur, tenzij, in het laatste geval, de omstandigheden aantoonen, dat zij in het onderhavige geval niet voor den gevoerden oorlog gebruikt kunnen worden; deze laatste uitzondering is echter niet toepasselijk op gemunt en baar goud en zilver en op papiergeld (art. 33). De bestemming, bedoeld in art. 33 wordt vermoed aanwezig te zijn, als de zending geadresseerd is aan de vijandelijke overheid of aan een koopman in het vijandelijke land, van wien het bekend is, dat hij zoodanige voorwerpen of materialen aan den vijand levert. Hetzelfde is het geval, indien de zending bestemd is voor een vijandelijke versterkte plaats of voor eenige andere plaats, als basis dienende voor de vijandelijke strijdkrachten. Echter mag het koopvaardijschip zelf niet, enkel op grond van het feit, dat het naar een dier plaatsen op weg is, als contr. worden beschouwd, (art. 34). Beslag op een schip wegens een vroeger ondernomen en ten einde gebracht vervoer van contrabande is niet toegestaan (art. 38, vergel. continuité du voyage). — Een in beslag genomen neutraal vaartuig mag niet door den nemer worden vernietigd. Het moet naar een haven worden opgebracht, opdat de rechtmatigheid van het beslag door een prijzenhof worde onderzocht (art. 48).

Vernietiging op zee mag bij uitzondering plaats hebben, indien het opbrengen de veiligheid van het oorlogsschip in gevaar zou brengen of den goeden uitslag der operaties, waarin dit op dat oogenblik is betrokken (art. 49). Vóór de vernietiging zullen de personen, die zich aan boord bevinden, in veiligheid moeten worden gebracht en zullen alle scheepspapieren en andere bewijsstukken, welke de belanghebbenden zullen nuttig achten voor de beslissing over de rechtmatigheid der neming op het oorlogsschip moeten worden overgebracht (art. 50). — De contr. is aan verbeurdverklaring onderhevig (art. 39). Ook koopwaren, welke zich aan boord van hetzelfde vaartuig bevinden en aan denzelfden eigenaar toebehooren (art. 42). Verbeurdverklaring van het vaartuig is toegestaan, indien de contrabande naar waarde, gewicht, omvang of vracht meer dan de helft der lading uitmaakt (art. 40). — De Declaratie van Londen was verbindend in een oorlog tusschen staten, welke alle tot haar zijn toegetreden (art. 66). Daar dit bij den huidigen oorlog niet het geval was, hebben de oorlogvoerende mogendheden vrijheid gevonden bij hare gedragingen op verschillende punten van de regeling dier Declaratie af te wijken. Toch hebben Engeland, Frankrijk en Rusland verklaard zich zoo veel mogelijk aan die Declaratie te zullen houden. Zie voor de afwijkingen, welke de verschillende mogendheden zich hebben veroorloofd, hare kennisgevingen, in vertaling verzameld in: „Documenten voor de econ. crisis van Nederland in oorlogsgevaar”, uitgegeven door de Koninkl. Bibliotheek.

< >