Connecticut (officieele afkorting: Conn.), een der kleinste staten van de Ver. St. van N.Amerika, aan den Atlant. Oceaan. Het behoort tot de Nieuw-Engeland-staten en heeft een opp. van bijna 13.000 K.M.2 Het land is heuvelachtig.
Van de middelen van bestaan is de landbouw meer achterdan vooruitgegaan. In 1850 waren 700.000 H.A. land in kultuur gebracht, in 1910 slechts 420.000. Behalve koren levert het tabak. Omvangrijker is de ooftteelt geworden, die thans ± 12.000 H.A. in beslag neemt en appels, peren en druiven oplevert. Van den veestapel is het aantal runderen vrij aanzienlijk, n.l. 200.000. Het hoofdmiddel van bestaan is de geweldige en veelzijdige industrie. Er bestaan groote fabrieken van wapens, ijzer-, messing- en koperwaren, naaimachines, landbouw- en hydraulische machinerieën, rijtuigen, uurwerken, rubberartikelen, rijwielen en auto’s, terwijl de textielindustrie, vooral het vervaardigen van katoenen stoffen, van zeer veel belang is. Het totaal aantal fabrieken bedraagt 4250, waarin ongeveer 250.000 menschen een bestaan vinden.
Jaarlijks gebruikt men voor 644 millioen gulden aan grondstoffen, terwijl de uitvoer van industrieartikelen een waarde vertegenwoordigt van 1225 millioen gulden. Aan de Long Island Sound liggen de belangrijke havens: Newhaven, Bridge port en New London. Hoofdplaats is het industrieele Hartfort. Waterbury (73) heeft belangr. zilver- en uurwerkindustrie, terwijl Norwich (28) de stad is van de katoenfabrieken. — Het aantal inw. in 1916 bedroeg 1.244.479. Van de Europeanen, in den vreemde geboren, waren: 22.400 Engelschen; 6.700 Schotten; 58.400 Ieren; 31.100 Duitschers; 54.100 Russen; 18.200 Zweden en bijna 55.000 Italianen. Dat 89,7% der bevolking in de steden woont, bewijst hoezeer de industrie het hoofdmiddel van bestaan is. — New Haven heeft de bekende Yale Universiteit, terwijl Middletown de Wesleyan Un. en Hartford het Trinity College bezitten. — C. was oorspronkelijk in twee koloniën, Connecticut en New Haven, gesplitst; de eerste werd in 1635-36, de tweede in 1638 gekoloniseerd. In 1637 brak een oorlog uit met de hier woonachtige Pequot-Indianen, die daarbij geheel werden uitgeroeid. Koning Karel II vereenigde beide koloniën in 1665. — Litteratuur: E. M. Bacon, The C. River (1906); G. C. Clark, A. History of C. (11.4); A. Johnston, Connecticut.
