Coninck Liefsting (Focco Bernardus), Nederlandsch rechtsgeleerde, geb. 1827 te Hellendoorn, overl. 1913 te ’s-Gravenhage. Hij studeerde te Leiden en promoveerde in 1852 op Stellingen, was eenige jaren advocaat te Rotterdam, werd in 1856 benoemd tot substituut-officier van justitie te Assen en in 1861 tot lid van de rechtbank te Leiden. Een hem in 1869 aangeboden professoraat aan het Amsterdamsch athenaeum wees hij van de hand. In 1871 werd hij benoemd tot lid van den Hoogen Raad, waarvan hij 37 jaar deel heeft uitgemaakt; van 1878-1897 was hij vice-president, van 1897-1908 president.
Kort na de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage te ’s-Gravenhage werd hij tot lid daarvan benoemd. Hij was een werkzaam lid van de Nederlandsche Juristen-Vereeniging, van welker bestuur hij van 1886-1890 en van 1892-1896 deel uitmaakte; tweemaal presideerde hij de algemeene vergadering, n.l. in 1888, toen hij een rede hield over den eed en de wijze van eedsaflegging en in 1896, toen hij sprak over de verbetering van de Nederlandsche rechtstaal; in 1886 leverde hij een praeadvies over de vraag: Moet aan onschuldig veroordeelden, alsmede aan beklaagden, die vrijgesproken of van verdere vervolging ontheven worden, schadeloosstelling worden verleend? Toen hij 25 Sept. 1908 afscheid nam van den Hoogen Raad, getuigde Mr. Eyssell, die als oudste raadsheer de afscheidsrede hield, van „het innerlijk gezag, dat uitging van (zijn) groote kunde en scherpzinnigheid, gedragen door een hoogstaand karakter”. Zijn belangrijkste werken zijn: De algemeene beginselen van het bezitrecht en de Nederlandsche bezitactiën (Leiden 1869) en Algemeene beginselen van de leer der regtsgeldigheid van verbintenissen uit overeenkomst, zooals die zich in het Romeinsche regt gevormd en later ontwikkeld heeft (’s-Gravenhage 1890). Hij was medewerker aan Themis, in welk tijdschrift hij vele studiën heeft geplaatst, terwijl in het Rechtsgeleerd Magazijn van 1893 (blz. 201-231) een bijdrage van zijn hand verscheen, getiteld Herinneringen aan Professor Opzoomer en zijn werk.