Conformiteit der huisdierrassen tracht men te verkrijgen door te streven naar gunstige inwendige en uitwendige factoren. Men wenscht steeds een aantal dieren met de zelfde eigenschappen, zoowel anatomische als physiologische, en wel om verschillende redenen. Vooreerst wijst c. op constantheid van eigenschappen en daardoor zekere uitkomsten in de fokkerij. Ten tweede is c. van oeconomische beteekenis.
Wanneer wij een bepaalde, vooral buitenlandsche markt, voorzien van dieren of hun producten (paarden, koeien, schapen, varkens, boter, kaas, wol, enz.), dan moeten wij groote partijen dieren of producten kunnen aanbrengen om zoodoende een groot aantal vaste afnemers te krijgen, een vast afzetgebied en daardoor hooge prijzen. Wij moeten niet den eenen dag dit, den anderen dag dat aan de markt brengen; dit is niet in ons belang. De groote moeilijkheid is echter, dat de eischen, die de afnemers stellen, zich wel eens wijzigen, waarom de fokkers dan veranderingen in de dieren moeten brengen, wat weer leidt tot weinig c. in de eerstvolgende jaren, omdat wijzigingen in den regel door kruisingen moeten worden verkregen. C. bestaat, als de fokdieren, voor de eigenschappen waarom het ons te doen is, constant zijn, d.w.z. dat zij homozygoot zijn voor de factoren, die deze eigenschappen beheerschen. Wat betreft het verkrijgen van deze eigenschap, zie CONSTANTHEID.
Behalve een strenge teeltkeus en fokkerij met constante dieren is noodig, dat de uitwendige omstandigheden, voeding, verpleging, enz. zoo goed mogelijk zijn, om de onder invloed van inwendige factoren optredende eigenschappen zoo goed mogelijk te doen ontwikkelen. Alleen daar, waar de fokkerij hoog staat, met kennis van zaken en veel zorg gedreven wordt en waar de hygiënische omstandigheden zoo goed mogelijk zijn, is conformiteit te verwachten. Er is niet steeds voor noodig, dat familieteelt of teelt in eigen ras gedreven wordt. Bij kruising in eerste generatie van twee uiteenloopende, doch constante rassen, krijgt men dikwijls uniforme producten, omdat zij altijd uitsluitend de dominante eigenschappen der beide rassen bezitten.