Concours-hippique - (Fr.), oorspronkel. een jaarlijks terugkeerende wedstrijd, te Parijs gehouden, tusschen bespanningen, rij- en springpaarden; later zijn in alle landen dergelijke concours gehouden. Bij den wedstrijd tusschen een-, twee- en meerspannen worden deze beoordeeld naar de wijze van gaan van de paarden, wijze van aanspannen, het rijtuig, de wijze van voorrijden, houding van den koetsier, enz. Rijpaarden worden beoordeeld in de nos. schoonste rijp., bestgaande rijp., jachtp., bestgaande officiersdienstp.
Bij al deze categorieën worden de 3 gangen en het exterieur beoordeeld; bij jachtp. bovendien springmoyens en rustig gaan; bij off. dienstp. en indien „bestgaand” wordt gevraagd, bovendien dressuur. Bij springpaarden worden als fouten aangemerkt het weigeren, uitbreken en aanraken van de hindernis; bij het springen van jachtp. is het even aanraken ervan (taquet) geene fout. Als hindernissen worden hoofdzakelijk gebezigd: heggen, boomen, hekken, muren, slooten (nat en droog) en Iersche wallen, terwijl verscheidene ervan ook gecombineerd voorkomen.