Coloma

betekenis & definitie

Coloma (Louis), Sp. schrijver, (1851-1915), stud. in de rechten, trad in 1875 in de orde der Jezuïeten; didactisch religieuse novellen (Pilatillo, la Gorriona, Polvos y todos, la Almohadita del niño Jesús, enz.), de roman Pequeñneces (Kleinigheden) 1891, Nederl.: Aristocraten in Madrid), een satiriek beeld van de Spaansche samenleving in de hooge kringen en dat vooral een opschudding heeft veroorzaakt, daar de hoofdpersonen, volgens de algemeene zienswijze, niettegenstaande de verklaring van Coloma van ’t tegendeel, naar ’t leven waren geteekend en dus portretten van tijdgenooten van den schrijver waren; verder verhalen voor kinderen en geschiedk. studiën.