Chrysander (Friedrich), geb. 1826 te Liebthun (Mecklenburg), overl. 1901 te Bergedorf bij Hamburg; promoveerde na studie te Rostock tot Dr. phil.; woonde op verschillende plaatsen in Deutschland en in Engeland, en vestigde zich ten slotte in Bergedorf. Ch. is een der grootste Handel *-kenners van zijn tijd geweest en heeft zijn leven lang er naar gestreefd, de kunst van dien meester meer te doen waardeeren. Voortbouwend in de richting, die zijne dissertatie Ueber das Orafonim (1853) aanwees, werkte Ch. met kracht aan de groote uitgaaf van Händel’s volledige werken. Feitelijk heeft hij een tijd lang dezen reuzenarbeid alleen verricht.
Het graveeren der platen en het afdrukken daarvan gebeurde te zijnen huize in eene opzettelijk daarvoor ingerichte kleine drukkerij. Aan de volharding van Ch. is ’t alleen te danken, dat de 700 deelen alle verschenen zijn. Daarnaast staat nog zijne verdienste, den fiändel-stijl te hebben gezuiverd van veel wat hem vertroebeld had; het begrip te hebben doen doordringen, dat de oorspronkelijke bezetting — met de veelvouden van hobo’s en fagotten en met het ten eenenmale onmisbare Cembolo — verre te verkiezen was boven de bewerkingen, die, uit utiliteitsgronden geschied, toch steeds afbreuk deden aan de grootschheid van Händel’s scheppingen. Ook op andere terreinen van het muzikale gebied heeft Ch. zich bewogen; menig belangrijk opstel in muzikale tijdschriften getuigt van zijn scherpen geest en van zijn helder oordeel.