Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Cholera (kippen-, vogel-)

betekenis & definitie

Cholera (kippen-, vogel-) - Een in hooge mate besmettelïjke ziekte, waarvoor niet alleen kippen, maar ook nagenoeg alle andere tamme vogels vatbaar zijn en waarvan een hevige diarrhae het meest in het oogvallend verschijnsel is. Vogels, te voren volkomen gezond, worden plotseling geheel lusteloos, zonderen zich af, laten de vleugels hangen en eten niet meer; alleen wat drank wordt nog genomen. De roode kam wordt slap en donker van kleur. Heel spoedig krijgen ze diarrhee; de ontlasting is eerst grijs, maar spoedig bloederig en schuimend.

Ze worden heel slaperig en schijnen nu en dan even te ontwaken. Ze worden steeds slapper en kunnen ten slotte in ’t geheel niet meer loopen. Dan worden ze koud; de kam wordt zwart, ze krijgen krampen en sterven in den regel een à drie dagen na het begin der ziekte. Bij sommige dieren is het verloop zoo schielijk, dat ze reeds na eenige uren sterven, bij enkele anderen wordt de ziekte slepend; deze sterven heel uitgeteerd, na eenigen tijd voortdurend diarrhee te hebben gehad. Herstel volgt uiterst zelden. De ziekte wordt veroorzaakt door gemakkelijk te kleuren en gemakkelijk te cultiveeren aërobe, korte bacteriën, welke na den dood van de aangetaste dieren in grooten getale in het bloed worden gevonden. Door enting met deze bacteriën kan men niet alleen vogels, maar ook konijnen en witte muizen dooden. De Cavia biedt meer weerstand en de grootere huisdieren zijn er ongevoelig voor.

Vogelcholera is ook daarom merkwaardig, wijl zij na het miltvuur de eerste besmettelijke ziekte was, waarvan de oorzaak werd gevonden en bestudeerd. Nauwelijks was de groote en dikwijls heftige strijd over de oorzaak van het miltvuur uitgestreden of door Semmer in Duitschland en door Perroncito in Italië werd in 1878 en door Toussaint in Frankrijk in 1879 de oorzaak gevonden van de vogelcholera, welke vroeger in verband werd gebracht met miltvuur of ook met cholera van den mensch. Heel spoedig daarna, namelijk in 1880, dus in hetzelfde jaar, dat Toussaint had opgemerkt, dat miltvuurbacteriën door warmte gemitigeerd konden worden, vond Pasteur, dat de werking van de bacteriën der vogelcholera door de zuurstof der lucht verzwakt werd en dat deze verzwakte smetstof kon dienen als entstof. Later heeft men behalve deze entstof van Pasteur, ook een prophylactisch serum gebruikt. Vogelcholera komt voor op het heele vasteland van Europa en ook in Noord-Amerika en in Zuid-Afrika. Wat Engeland betreft, heeft Klein in 1889 aangetoond, dat de besmettelijke diarrhee, welke daar onder de kippen heerschend voorkwam, geen vogelcholera was, maar een ziekte, veroorzaakt door micro organismen, welke eenigszins gelijken op die der vogelcholera, maar daarmee toch niet identisch zijn. Deze door Klein beschreven ziekte verloopt niet zoo schielijk als de vogelcholera, zij duurt eenige dagen; de kippen zijn niet zoo slaperig en duiven zijn er ongevoelig voor. Later is gebleken, dat ook in Nederland de besmettelijke diarrhee onder de kippen meestal de door Klein onderzochte kippenziekte is.

< >