Choerzitan of Arabistan, Perzische provincie in het Z. W. van Iran, 101.480 K.M 2. groot. Zij bestaat uit geographisch sterk verschillende deelen, n.1.: a. een gedeelte van het Z.W.-randgebergte van Iran, b. een deel van het laagland ten N. van de Perzische Golf. Het gebergte stijgt van uit de vlakte in langgestrekte kalk- en zandsteenketens trapvormig op. De hoogste ketens vormen het grensgebergte met de prov.
Isfahan; hier komen toppen voor van 4.000 tot meer dan 5.000 M. (o.a. de met firn bedekte, 5.180 M. hooge, Koeh-i-Dena). De lagere berghellingen zijn vaak met dichte eikenbosschen bedekt; tusschen de ketens liggen hooge lengtedalen, soms kaal, soms ook met bosch begroeid of bebouwd. Het Z.W.-deel is een door slechts enkele heuvelketens doortrokken vlakte, waarvan het bovendeel uit tertiair kalkland, het benedendeel uit alluviale klei bestaat. De hoofdrivier is de Karoen. — De provincie is zeer dun bevolkt. In het bergland wonen Bachtijaren, terwijl het laagland voorn. door Arabieren bewoond is.
In de dalen van het gebergte wordt aan landbouw en ooftteelt gedaan; in de vlakte meer aan veeteelt. De voorn, producten zijn tarwe, gerst en boomvruchten, n.1. in de bergdalen, vijgen, walnoten, perziken, abrikozen, pruimen, appelen en peren; in de vlakte dadels. De veeteelt levert schapen en kameelen. Bij Hormoes in de vlakte wordt petroleum gewonnen. — De voorn, plaatsen zijn Dizfoel (± 15 000 inw.) en Sjoester, beide hoofdz. handelsplaatsen. Dicht bij Dizfoel liggen de ruïnen van de oude koningsstad Susa. — C. maakte eertijds deel uit van het oude Susiana.
