Chesapeakebaai - Inham van den Atlantischen Oceaan, aan de O.-kust der Ver. Staten. Men denkt zich dezen boezem met zijn grillig gevormde oevers, vele eilanden en inhammen ontstaan door een dalen beneden den waterspiegel van den benedenloop van een riviersysteem, de voortzetting van de Susquehannah. De lengte bedraagt van den toegang tusschen Kaap Henry en Kaap Charles tot aan de monding van de Susquehannah 320 K.M., de breedte wisselt af tusschen 10 en 50 K.M. De grootste diepte wordt bereikt in het midden en bedraagt ± 40 Meter. Vele diepe inhammen dringen landwaarts in en vormden zoo uitstekende natuurlijke havens.
De Jamesrivier in het Zuiden zag daardoor aan haar mond ontstaan New Port News*, Norfolk* en Portsmouth* en heeft bij het verder W.waarts gelegen Richmond* nog een diepte van 3.2 Meter; aan de Rappahannock ontstond Fredericksburg; aan de Potomac Washington* (diepte 6.8 Meter); aan de Severn Annapolis*. Boven alle andere ontwikkelde zich echter aan de 9 Meter diepe Patapsco de grootste stad Baltimore*. Daar de N. O.takken van de C. baai slechts 22 M. van de Delaware* Baai zijn verwijderd, heeft men in 1829 het 2.7 Meter diepe C. — Delawarekanaal gegraven. De Potomac staat met Cumberland in verbinding door een kanaal, dat men door wilde trekken naar de Ohio, evenals men zulks dacht te doen met het kanaal van de James-rivier. De technische moeilijkheden om over de Blue-Ridge van de Alleghanies te komen zijn echter te groot. De baai is het hoofdgebied der oester visscherij. ’s Winters ondervindt zoowel scheepvaart als visscherij groot nadeel van het vele ijs, dat zich in de baai verzamelt. De naam C. beteekent in de taal der inboorlingen „groot zoutwater”.