Chertepartij - (Eng. charterparty, Fr. chartepartie), van charta partita, geschrift, bevattende de overeenkomst, waarbij 1) een schip voor een bepaalden tijd en tegen een bepaalden prijs aan een ander ten gebruike wordt gegeven (verhuur — huur — van een schip); 2) de reeder zich verbindt met zijn geheele schip of een gedeelte daarvan voor de wederpartij goederen of personen te vervoeren (vervrachting — bevrachting), hetzij gedurende een bepaalden tijd (tijd-bevrachting), hetzij op een of meer bepaalde reizen (reis-bevrachting). Deze twee overeenkomsten worden meestal niet onderscheiden, doordat zoowel in het eene als in het andere geval de schriftelijke akte chertepartij wordt genoemd, en van charter (time-charter, als de overeenkomst voor een bepaalden tijd wordt aangegaan), charterer, charteren, ook van huur en verhuur wordt gesproken. Toch is het verschil groot: in het eerste geval staan schipper en verdere bemanning in dienst van den huurder; de bepalingen van het Burg. Wetb. over huur en verhuur zijn van toepassing.
In het tweede geval staan schipper en verdere bemanning in dienst van den vervrachter (den reeder), die als vervoerder optreedt; de bepalingen van het Wetb. v. Kooph. over vervoer zijn van toepassing. Dit wetboek spreekt in den 5den titel van het 2de boek van „bevrachting of verhuring van schepen”, doch heeft daarbij het oog alleen op de hier in de tweede plaats genoemde overeenkomst. Deze komt ook in de praktijk het meeste voor. De charters, ook de time-charters, zijn in den regel overeenkomsten van vervoer (bevrachting), niet van huur. — De wet bepaalt, dat van de bevrachting van een schip voor het geheel of voor een gedeelte een schriftelijk contract moet worden opgemaakt, hetwelk wordt genaamd ch.-p. (art. 454 K.). Deze ch. p. moet behelzen: 1) naam en grootte van het schip, 2) naam van den schipper, 3) namen van vervrachter en bevrachter of inlader, 4) plaats en tijd, tot lading en lossing bepaald, 5) bedongen vracht, 6) de bepaling of de bevrachting is voor het geheele schip of voor een gedeelte, 7) de bedongen schadeloosstelling te zake van vertraging (art. 455 K.).