Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Chartreuse

betekenis & definitie

Chartreuse (La Grande), stamklooster der Karthuizers, gesticht 1084 door den H. Bruno, in een onherbergzame bergwildernis bij Grenoble; een imposant gebouwencomplex; in 1793 geseculariseerd, van 1816 weer door Karthuizers bezet, totdat deze in 1903 door de kloosterwetten verdreven werden. Op hunne goederen, in het bijzonder de vermaarde likeurstokerij, waar de C. werd bereid, werd beslag gelegd; in 1906 werd overgegaan tot gerechtelijken verkoop ervan. De religieusen gingen grootendeels naar bet klooster Farneta bij Lucca, een deel naar Oostenrijk en een ander deel naar Tarragona, in Spanje, waar zij de bereiding van hun welbekend likeur voortzetten.

< >